De afmetingen van uw montuur kan van invloed zijn op uw uitstraling en het draagcomfort:
- De bovenrand van uw montuur - mag niet boven uw wenkbrauwlijn uit komen.
- De neusbrug - De vorm en de plaats van de brug draagt in belangrijke mate bij aan een goed passende, comfortabel zittende bril.
- De onderrand van uw montuur - mag niet op uw wangen rusten, zelfs niet wanneer u lacht; hij mag niet tegen uw huid schuren of anderszins irriteren.
- De afmetingen van uw montuur - dient in evenwicht met uw gezicht te zijn: hebt u een klein gezicht, kies dan niet voor een grote bril.
- De breedte van uw montuur - Een bril mag ter hoogte van de slapen niet breder zijn dan uw gezicht.
Waar vindt u de afmetingen?
Op de binnenzijde van de veer staat een code. Deze code beschrijft de diameter van het glas, de breedte van de neus en de lengte van de veer. De afmetingen staan altijd in millimeters.
Lens diameter (diameter van het glas) - de breedte van het glas, gemeten vanaf de neusbrug in millimeters. Deze is afhankelijk van uw persoonlijke keuze , maar wordt ook bepaald door het gekozen montuur.
The bridge width (breedte van de neus) - de ruimte boven de neus tussen de twee glazen. De ruimte moet comfortabel aanvoelen. Als de ruimte te smal is, zullen de glazen in uw neus drukken. Als de ruimte te breed is, blijft de bril niet goed hangen.
The arm length (lengte van de veer) - is bijna altijd een van de drie standaard lengtes – 135, 140 or 145mm. De veer moet lang genoeg zijn om comfortabel over uw oren te vallen. Bij brillen met rechte veren staat deze lengte soms niet aangegeven.